Enkel impingement is een inklemming van gewrichtskapsel en slijmvlies bij een bepaalde beweging. Ter hoogte van het enkelgewricht komt dit meestal voor aan de voor-binnenzijde, en dit wordt een anterieure enkel impingemnt genoemd. De impingment of inklemming is een mechanisch conflict tussen het sprongbeen en de rand van het scheenbeen. Dit impingment kan zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de enkel plaatsvinden, maar het komt in overgrote meerderheid aan de voorzijde voor. Een inkleding aan de achterzijde van de enkel wordt posterieure enkel impingement genoemd.
Het gewrichtskapsel en slijmvlies kan door de inklemming gezwollen en ontstoken raken. Vaak heeft de voorrand van het scheenbeen een beenderig spoor waardoor inklemming ontstaat bij heffen van de voet. Deze beenderige afwijkingen bestaan al langer, maar de klachten ontstaan vaak pas na een enkelverstuiking. De oorzaak van de beenderige afwijkingen zijn vaak chronische microtrauma’s waardoor deze zich gaan vormen. Dit is dan ook een veel voorkomend probleem bij voetballers of basketters.
Minder frequent kan het probleem ook aan de voor-buitenzijde van de enkel gelegen zijn door een verdikt ligament ter hoogte van het gewrichtsoppervlak door de chronische irritatie. Een gelijkaardig probleem kan ontstaan aan de achterzijde van het enkelgewricht. Vaak betreft het hier een inklemming door een extra botstructuur (het os trigonum) dat in conflict gaat met de achterzijde van het scheenbeen.
De patiënt heeft lokale pijn ter hoogte van de enkel bij bepaalde bewegingen. Vaak is er sprake van beperkte bweegelijkheid van het gewricht. Er kan ook lokaal zwelling aanwezig zijn.
De diagnose wordt gesteld door het verhaal van patient en het klinisch onderzoek van uw arts. Een radiografie van de enkel is noodzakelijk om eventueel een beenderige spoor aan te tonen en andere oorzaken van pijn uit sluiten.
Vaak zal nog een bijkomende CT of NMR scan worden aangevraagd om andere letsels uit te sluiten zoals een kraakbeenletsel, of om een precies beeld te krijgen welke extra beenderige structuren verantwoordelijk zijn voor de klachten.
Meestal zal in eerste instantie een niet-operatieve behandeling gestart worden. Deze behandeling bestaat uit:
In geval van pesisterende klachten ondanks conservatieve maatregelen bestaat er mogelijkheid voor een kijkoperatie.
Door middel van een kijkoperatie van het enkelgewricht kunnen de beenderige afwijkingen die verantwoordelijk zijn voor de enkel impingement, worden opgezocht en verwijderd. Tevens wordt het volledige gewricht nagekeken of er nog andere letsels aanwezig zijn, en zonodig terzelfertijd behandeld. Het voordeel van een kijkoperatie is dat er slechts enkele kleine steekopeningen overblijven, met kleine littekens tot gevolg.
Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat gemiddeld 80-90 % van de patiënten tevreden zijn met het eindresultaat van de operatieve behandeling van enkel impingement.
Bij iedere ingreep bestaat er een kans op complicaties. Zo zijn er ook bij deze ingreep de normale risico’s op complicaties bij een operatie, zoals nabloedingen, zwelling, trombose en infecties.
Mogelijke complicaties zoals infectie, wondprobleem, zenuwletsels, … komen slechts zelden voor (<1%).
In geval van een operatieve ingreep:
Contactgegevens
Dienst orthopedie
Campus Aalst
Moorselbaan 164 9300 Aalst
Tel: 053 72 42 69
Fax: 053 72 46 46
Orthopedie.Aalst@olvz-aalst.be
Campus Asse
Bloklaan 5 1730 Asse
Tel: 02 300 63 30
Orthopedie.Asse@olvz-aalst.be
Campus Ninove
Biezenstraat 2, 9400 Ninove
Tel: 054 31 20 60
Fax: 054 31 20 59
Orthopedie.Ninove@olvz-aalst.be
Disclaimer
De informatie in deze brochure is van algemene aard en is bedoeld om u een globaal beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In iedere situatie, en dus ook de uwe, kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze brochure vervangt dus niet de informatie die u van uw behandelend arts reeds kreeg en die rekening houdt met uw specifieke toestand. Zijn er na het lezen van deze brochure nog vragen schrijf deze eventueel op en bespreek ze in ieder geval met uw behandelend arts. |