Een osteochondraal letsel van enkel is een beschadiging van het kraakbeen van het enkel gewricht. Dit letsel komt vaker voor in het sprongbeen (talus).
De enkel bestaat uit twee gewrichten. Het bovenste sprong gewricht bevindt zich tussen het onderbeen (tibia), kuitbeen (fibula) en sprongbeen (talus). Het onderste spronggewricht of subtalaire gewricht bevindt zich tussen het sprongbeen (talus) en hielbeen (calcaneus). De gewrichtsvlakken zijn bekleed met een goed verend weefsel, kraakbeen. De bovenste spronggewricht en het onderste spronggewricht zijn omgeven door gewrichtskapsels.
De bovenste en onderste spronggewrichten
Een osteochondraal letsel van de enkel wordt vaak veroorzaakt door het omslaan van de enkel of door een trauma. Een osteochondrale haard kan ook veroorzaakt worden door een doorbloedingsstoornis van het direct onder het kraakbeen gelegen bot, welke osteochondritis dissecans (ODC) genoemd wordt. Dit letsel ontstaat meestal in de tienerjaren, echter het kan pas later klachten geven.
Een osteochondraal letsel van de enkel kan pijnlijk zijn en kan leiden tot zwelling van het gewricht. Sommige patiënten ervaren blokkade van het gewricht omdat er een stukje van het kraakbeen loszit en rondzweeft. Sommige patiënten ervaren een gevoel van onzekerheid. Patiënt is hierdoor angstig om het enkelgewricht weer om te slaan. Hierdoor kan men onbewust anders gaan stappen, welke leidt tot overbelasting van andere gewrichten.
De voet- en enkelchirurg (orthopedisch chirurg) voert klinisch onderzoek en beslist over aanvullend onderzoek.
Er wordt altijd een röntgenfoto van de enkel gemaakt. Voor het bepalen van de grootte, type en lokalisatie van het kraakbeenletsel, is het verrichten van een MRI of CT arthro noodzakelijk.
Osteochondraal letsel van talus op CT arthro
Conservatieve behandeling van osteochondraal letsel bestaat uit relatief rust, tijdelijk verbod van belastende sportactiviteiten, oefentherapie onder begeleiding van kinesist en gebruik van pijnstillers, indien nodig.
Bij persisterende klachten ondanks conservatieve maatregelen is een kijkoperatie (arthroscopie) van de enkel meestal onvermijdelijk.
Bij een kijkoperatie van de enkel brengt de voet- en enkelchirurg via kleine steekgaatjes een camera en werkinstrument binnen het gewricht. Het losse stukje bot of kraakbeen wordt verwijderd ( debridement).
In specifieke gevallen wordt het onderliggende bot voorbereid met kleine boorgaatjes, waardoor het lichaam gestimuleerd wordt om nieuw litteken-kraakbeen aan te maken. Het litteken-kraakbeen zal het defect opvullen. Dit procedure wordt microfracturing genoemd.
Voor de behandeling van grote kraakbeen letsels of recidiverende osteochondrale harden zijn soms andere operatietechnieken noodzakelijk.
Bijvoorbeeld kan het opvullen van het defect met eigen spongieus bot (autograft) uitkomsten bieden.
Een alternatief is om het opgevuld botdefect sluiten met een collageen membraan. Dit kan leiden tot migratie en nestelen van stamcellen op de membraan en vormen van nieuw kraakbeen. Deze techniek wordt MAST (Matrix-Associated Stem cell Transplantation) genoemd.
Een andere toegepaste techniek , is het opvullen van het groot kraakbeenletsel van talus met getransplanteerd kraakbeen uit de knie. Deze techniek wordt OATS (Osteochondral Autograft Transfer System) genoemd.
Arthroscopisch microfracturing osteochondraal letsel van de talus
De nabehandeling en revalidatieprocedure is afhankelijk van toegepaste operatietechniek.
Bij debridement van osteochondraal letsel wordt patiënt geadviseerd om de eerst twee weken na de operatie met krukken te stappen. Kinesitherapie wordt meestal gestart na 2 weken.
Indien gekozen wordt voor een microfracturing procedure, mag patiënt de enkel gedurende 6 weken niet belasten. Kinesitherapie wordt meestal gestart na 2 weken. Onbelaste sportactiviteiten zoals zwemmen en fietsen kunnen na 6 weken herstart worden. Belaste sportactiviteiten zoals hardlopen kan over het algemeen 3 tot 6 maanden na de ingreep hervat worden.
Zoals bij alle chirurgische ingrepen is er een kans op complicatie. Circa 1% van patiënten krijgt in meer of mindere mate te maken met complicaties. In dit geval kan dit bestaan uit een wondinfectie. Verder een gekneusde zenuwtakje kan leiden tot een tijdelijke gevoelsstoornissen van de huid rond de steekgaatjes en tevens op de voetrug. Vaak verbeteren deze gevoelsstoornissen in de loop van de tijd.
De dag van de operatie
U krijgt een voorschrift voor pijnstillers mee, u kunt uw medicatie bij uw apotheek ophalen.
Na 2 en 6 weken komt u terug op de raadpleging voor controle bij uw voet- en enkelspecialist.